Om de oorsprong te achterhalen van de verering van het Heilig Bloed in Meigem moet men in archieven op zoek naar oude historische documenten. Daaruit blijkt dat de kerk van Meigem in het bezit kwam van een relikwie van de bebloede geselkolom in het jaar 1724. Enige tijd later werd Meigem een bedevaartsoord voor mensen die genezing wilden bekomen voor allerlei bloedziekten. Ook ontstond er al gauw een ommegang. Maar de eigenlijke Bloedprocessie is van veel latere datum.

De verering van de relikwie kende periodes van bloei en verval. De devotie in haar huidige vorm gaat terug tot het jaar 1931. De toenmalige pastoor Pypers liet de oude kapelletjes van de ommegang vervangen door vijf houten kruisen die herinneren aan de vijf omstandigheden waarin Christus bloed vergoten heeft. Het initiatief kende zoveel succes dat al in 1933 de houten kruisen vervangen werden door vijf kunstzinnige staties in hardsteen van de hand van beeldhouwer Oscar Sinia uit Gent, één van de grootmeester van de christelijke kunst van België.

Tijdens het oorlogsgeweld van de Tweede Wereldoorlog vielen tijdens de beschieting van Meigem vele burgerlijke slachtoffers. Deze gruwelijke gebeurtenissen grepen de bevolking zo sterk aan dat pastoor van Zandycke na de oorlog de verering van de relikwie nieuw leven inblies door de organisatie van een processie.

In 1945 trok de eerste Heilig Bloedprocessie door Meigem. Na al die jaren heeft de processie nog niets ingeboet aan ingetogenheid.

Het centrale thema van de boetetocht is het lijden van Christus. Ruim 550 vertolkers geven gestalte aan dit gebeuren. Naast de helft van de huidige inwoners stappen ieder jaar ook veel gewezen dorpelingen en mensen uit de wijde omgeving mee in de processie.

Achtien groepen, waaronder een gastgroep van het West-Vlaamse Voormezele nabij Ieper, waar elk jaar ook een H. Bloedprocessie doorgaat, trekken langs de landelijke wegen van het dorp.

Groepen met sprekende rollen vertellen het verhaal vanaf Adam en Eva tot de overbrenging van de relikwie naar Meigem in de 18de eeuw. Alle deelnemers, van Romeinse soldaten tot het gewone volk, zijn aangekleed met de passende kostuums. De trekpaarden in tweespanten die de praalwagens voorttrekken, worden begeleid door handige paardenmenners. Muziek en zang wisselen de groepen af.

De H.Bloedprocessie van Meigem is door de jaren heen nauw verbonden geweest met het landelijke leven. De wagens werden steeds getrokken door trekpaarden ter beschikking gesteld en gemend door de plaatselijke landbouwers. De laatste 15 jaar zijn het aantal trekpaarden op het platte land sterk terug gelopen. Toch is het comité erin geslaagd elk jaar de nodige trekpaarden te verkrijgen van landbouwers en paardenliefhebbers.

De authenticiteit is het sterkste punt van de processie. Het budget is beperkt, maar met een grote bezieling slaagt het comité er elk jaar opnieuw in om vrijwilligers te motiveren om mee op te stappen in de processie. Het lijdensverhaal van Christus is zo’n sterk verhaal dat het de toeschouwers elke keer opnieuw aangrijpt en doet nadenken. Opvallend bij het voorbijgaan van de optocht is de stilte en het respect dat de omstaanders betonen. Alleen de zangkoren van Ieper en Nevele, de acteurs met een sprekende rol, het getrappel van de paarden en de fanfare van Vinkt die de processie opent, verbreken die stilte.

De figuranten die deelnemen aan de processie zijn niet alleen parochianen van Meigem, maar ook inwoners van Groot-Deinze of van gemeenten uit de buurt nemen deel aan de processie. Omdat de processie veel personages heeft, zijn nieuwe figuranten altijd welkom. De vele figuranten zijn nodig voor de zestien groepen met sprekende rollen die het verhaal vertellen vanaf Adam en Eva tot de overbrenging van de relikwie naar Meigem in de 18de eeuw. Alle deelnemers, van Romeinse soldaten tot het gewone volk, zijn aangekleed met passende kostuums.